De fluwelen zwemkrab komt veel voor in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Middellandse Zee.
Het dier, ook wel duivelskrab genoemd, heeft rode ogen en scherpe scharen waarmee het kan snijden in plaats van knijpen. Het is een populair gerecht in onder meer Frankrijk en Spanje.
Mosselen leven hoofdzakelijk in het intergetijdengebied. De mosselbanken in de Waddenzee vormen ook een belangrijke habitat voor andere dieren.
Mosselen vestigen zich in dichte banken – ze overwoekeren graag gezonken boomstammen of zelfs kunstmatige structuren zoals palen of havenmuren. Soms vormen ze clusters van individuele organismen die kilometers lang kunnen zijn. Ze worden vaak overwoekerd door andere zeeorganismen, zoals zeepokken. De mossel haalt niet alleen zuurstof uit het zeewater om te ademen, maar ook voedingsstoffen. Hij filtert tot drie liter zeewater per uur. Alle mosselen die in de Waddenzee leven, kunnen zo het hele watervolume binnen een paar dagen filteren.
Lebensgrundlage vieler Meeresbewohner
Auf dem Meeresboden können sich unter bestimmten Bedingungen große Mies-Muschelbänke bilden, die wiederum die Lebensgrundlage für viele weitere kleine Lebewesen sichern. Auch im Wattfahrwasser von Borkum existieren große Muschelbänke.
De paardenanemoon, purperrood van kleur, is een van de meest voorkomende zeeanemonen aan de Noordzeekust.
Deze zeeanemoon leeft in het intergetijdengebied en heeft zich perfect aangepast aan de wisselwerking tussen droogvallen en overstromingen. Hij vangt zijn prooi met zijn netelige tentakels en houdt soortgenoten op een afstand. Als hij droogvalt, trekt hij zijn tentakels in en beschermt hij zichzelf tegen uitdroging door zijn eigen slijm te produceren. In aquaria kunnen paardeanemonen meer dan 60 jaar oud worden.
Die Felsengarnele hat einen durchsichtigen Körper mit braunen Streifen und die Beine tragen gelbe “Ringelsocken”. Durch dieses Muster ist sie gut getarnt. Denn die Felsengarnele muss zahlreiche Feinde fürchten – nicht nur Fische, sondern auch Vögel machen Jagd auf sie.
Deze anemoonsoort gebruikt zijn giftige tentakels om zijn prooi te vangen en te verlammen. Bovendien gebruikt het bloemdier zijn ‘armen’ om zich tegen andere soorten te doen gelden in de strijd om het leefgebied. Zeeanjelieren leven bij voorkeur op harde substraten in ondiep water. Als het te druk voor ze wordt of de habitat niet meer genoeg voedsel biedt, kruipen de dieren langzaam verder.
Deze zeeanemonen kunnen tot wel 160 sterke tentakels hebben.
Het bloemdier heeft een cilindrische vorm en kan tot 15 cm groot worden. De tentakels zijn uitgerust met giftige netelcellen, die de dieren gebruiken om hun prooi te vangen of vijanden op de vlucht te jagen. Zeedahlia’s stralen vaak in verschillende kleuren om andere schepsels te waarschuwen dat ze giftig zijn. Zij leven vooral op harde ondergronden in ondiep water of in mosselbanken.