De Atlantische haring verplaatst zich in grote scholen samen met sprot en is een van de belangrijkste schakels in de voedselketen.
De vis kan wel 25 jaar oud worden. Hij glijdt vaak door het water met zijn bek open om gemakkelijk voedsel op te pikken. Atlantische haring kan zeer goed horen en zelfs geluiden produceren. Om zich voort te planten, laten de vrouwtjes tienduizenden millimetergrote eitjes in het water los, die twee weken na de bevruchting door het mannetje tot larven uitgroeien. De jonge vissen zijn na 3 tot 7 jaar geslachtsrijp. ‘Matjes’ zijn haringen die worden gevangen vóór het voortplantingsseizoen, wanneer hun vetgehalte bijzonder hoog is en hun geslacht nog niet is ontwikkeld.
Mit ihrem langgestreckten Körper erreicht der aus der Familie der Meeräsche stammende Fisch eine Länge von 60 cm.
Die Meeräsche lebt in Küstennähe zwischen Felsen und in Algenbeständen und zeichnet sich durch einen Oberkiefer mit sehr dicker Lippe aus. Der Körper verfügt neben großen Schuppen über eine Rückenflosse mit 4 auffälligen Stacheln.
De zeekreeft leeft op zeedieptes van 50 tot 150 meter en heeft zich aangepast aan het leven op rotsachtige bodem.
In de Noordzee is hij vooral thuis op het rotsplateau van het eiland Helgoland, maar hij koloniseert ook steeds meer de funderingen van offshore-windmolenparken. Europese zeekreeften groeien tot het einde van hun leven en kunnen wel 100 jaar oud worden. Hoewel de kreeften al in de herfst paren, worden de eieren pas in de zomer bevrucht. Het vrouwtje draagt de eitjes in grote klompjes onder haar lichaam, waarin de jongen ongeveer een jaar groeien voordat de 7 – 8 mm grote larven uitkomen.
Schutz und Nahrung
Die Holzbuhnen an der Ronden Plate sind Borkums älteste Buhnen. Durch Sandverlagerungen infolge Strömungsänderungen oder durch Stürme sind diese mal mit Sand bedeckt oder liegen frei. Einige von ihnen sind permanent von Wasser überspült. Sie sind ein Lebensraum für ortstreue Muscheln, Schnecken und Krebstiere.
Deze rode alg uit de familie der Cyanidiaceae telt ongeveer 4.000 verschillende soorten.
Er zijn fossielen gevonden die erop wijzen dat de rode alg meer dan 1000 miljoen jaar geleden bestond. Hij komt vooral in kustgebieden voor en vormt macroalgen met een lengte tot 60 cm. Hij dankt zijn naam aan zijn roodachtige kleur, die wordt gevormd door fotosynthese, vooral in diepere gebieden.
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de strandkrab is de Atlantische kust van Europa en Noord-Afrika. De krab is echter door de mens naar andere streken verspreid en wordt nu bijna overal ter wereld aangetroffen.
Strandkrabben houden zich bij voorkeur in ondiep water op. Ze vertonen vaak agressief gedrag tegenover elkaar. Maar ernstige verwondingen komen zelden voor. Dit is vooral te danken aan hun harde schild, dat 40 procent van hun lichaamsmassa uitmaakt. De kleur is afhankelijk van de leeftijd van de krabben en de tijd die is verstreken sinds hun laatste vervelling. Gewoonlijk is de bovenkant van de strandkrab groen gekleurd en de onderkant dofgeel. Hoe langer het dier echter zonder vervelling blijft, hoe eerder zijn onderzijde dieprood wordt. De krab is niet kieskeurig in wat hij eet en zal alles verslinden wat hij met zijn krachtige schaarpoten kan overmeesteren. De strandkrab leeft op zandbodems, soms ook buiten het water, vlakbij ondiep water.
Suikerwier behoort tot de familie der Laminariaceae en is een bruine grote alg die een levensduur van ongeveer drie jaar heeft.
De algen groeien in rotsachtige kustgebieden die voortdurend door de zee worden overspoeld. Met behulp van sterke kleeforganen hechten zij zich aan harde grond en vormen vaak ware wierbossen onder de laagwaterlijn. Ze bieden onderdak en voedsel aan talrijke kleine zeedieren.